Waarom ben je molenaar geworden?
Het molenaar-zijn zit in mijn bloed. Mijn opa, Jan Rombouts, kocht Molen Zeldenrust al ruim 120 jaar geleden, in 1890. Opa Rombouts was de jongste zoon in een gezin met zeven jongens, en alle zeven werden ze molenaar in Noord-Brabant: Terheijden, Made, Raamsdonksveer, Den Hout, Elshout, Nieuwkuijk, en opa Rombouts dus in Hooge Zwaluwe. Ook mijn vader was molenaar van Molen Zeldenrust. Ik draaide altijd al mee in de molen en volgde hem uiteindelijk op, en zelfs mijn zoon Enrico had van jongs af aan ambities om molenaar te worden. Ik ben dan ook 75 jaar geleden geboren in het molenhuis, in de bedstee, en woon er al mijn hele leven.
Het leven als molenaar bleek in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw echter niet meer haalbaar. Vijf jaar nadat ik de molen had overgenomen van mijn vader ben ik gestopt en ik aan de slag gegaan als chemisch analist aan de slag bij de PNEM. De liefde voor de molen ben ik echter nooit verloren.
Wat gebeurde er met de molen?
Ik draaide de molen nog regelmatig ‘voor de prins’, dus voor de sier, om de boel letterlijk draaiende te houden en ervoor te zorgen dat de molen niet in verval zou raken. Ook onderhielden we de molen voor zover we konden. Mijn vrouw Thera, waar ik al 45 jaar mee getrouwd ben, en ik hebben het best nog een poos vol gehouden. Na verloop van tijd was er echter meer nodig om al het onderhoud, wat specialistenwerk is, te kunnen betalen. Daarom begonnen we allerlei activiteiten te ontplooien om geld in te zamelen voor het onderhoud. In 1986 werd bijvoorbeeld zelfs het eerste onofficiële Molencafé gehouden: bij de supermarkt kochten we fris, ranja, wijn en bier, dit werd op een kar gezet en tijdens een heleboel gezelligheid weer verkocht.
Toch is de molen uiteindelijk verkocht aan een stichting. Hoe ging dat?
Na verloop van tijd groeide het ons toch echt boven het hoofd. Gelukkig was er een aantal mensen, waaronder Dick Heil en de toenmalige burgemeester, die zich het lot van de molen aantrokken. Daarom is in 1990 een stichting speciaal voor de molen opgericht en is de molen voor een symbolisch bedrag aan de stichting verkocht. Gelukkig vinden de gemeente en de provincie ook dat de Brabantse molens, en dus ook Molen Zeldenrust, in stand moeten worden gehouden en kwam er hulp vanuit die hoek om de molen te behouden. Daarnaast zijn er natuurlijk allerlei andere activiteiten rond de molen, zoals het molencafé en de molendag, en met de inkomsten wordt de molen nu in stand gehouden.
Ik ben heel erg blij dat er nu zo’n grote groep enthousiaste mensen is die zich over de molen heeft ontfermd. Zelf ben ik er natuurlijk ook nog nauw bij betrokken, ik zit in het bestuur van de stichting en maal samen met de andere molenaars zo’n een keer per maand speltmeel van en voor een lokale graanboer. Je kunt vervolgens weer van dat meel genieten als je naar de bakker gaat in Terheijden, Lage Zwaluwe, Wagenberg of Made. De molen is van het dorp. Naast dat het natuurlijk een prachtig onderdeel van het landschap is, kan door bijvoorbeeld het molencafé en door het meel dat naar de bakkers in de omgeving gaat, het hele dorp blijven genieten van de molen. En ik hoop dat we dat met zijn allen nog jaren kunnen blijven doen!